De verhalen betroffen zowel de spelers als de bankhouders, hetgeen geen wonder is, want ook de bank doet immers niets anders dan spelen, zij het op een meer solide basis. Namen als die van de gebroeders Bl anc (de tovenaars van Homburg en Monte Carlo) en van Bénazet (de animator van Baden-Baden) zijn even bekend als die van de gelukkige winnaars aan de speeltafel. Wanneer men zich in deze materie verdiept, dan constateert men dat telkens dezelfde namen van fabelachtige spelers opduiken, al variëren de verhalen over hun successen sterk. Ook valt het op dat men veel meer gewaar wordt over winnaars dan over verliezers. Misschien is dit het gevolg van de omstandigheid dat het sprookje over geluk en rijkdom aangenamer in het gehoor ligt dan dat over de armoede, ofwel dat de mens in zijn niet altijd vrolijk bestaan meer behoefte heeft aan iets opwekkends dan aan treurigheid. Het feit dat in de literatuur steeds dezelfde namen van winnaars opduiken, moet tot de conclusie leiden dat fabelachtige speel winsten uiterst zeldzaam zijn. Ook dit is niet verwonderlijk: wie regelmatig casino's bezoekt, raakt ervan overtuigd dat 95% van de spelers het kalmpjes aan doet en dat uitschieters uiterst dun gezaaid zijn. AI zijn er enkele voorbeelden van befaamde spelers uit de twintigste eeuw (waarop we nog terugkomen), toch vindt men de meeste legendarische geluksvogels in de tijd van de romantiek, dus in het laatste deel van de achttiende en de eerste helft van de negentiende eeuw. In de achttiende eeuw, met haar hang naar mystiek en galante avonturen, zijn de hoofdpersonen in de spelerslegenden meestal uit hoofde van andere hoedanigheden in de publiciteit geraakt. Zij bedreven het spel slechts als onderdeel of attribuut van andere praktijken, zoals Giacomo Girolamo Casanova de Seingalt (beter bekend als Casanova), de kampioen-minnaar, Cagliostro, beroemd door zijn rol in de zaak van het halssnoer van Marie Antoinette, of George Bryan .. Beau" Brummel, die in de eerste helft van de vorige eeuw Londen zowel door zijn extravagantie op modegebied als door zijn speel woede op stelten zette. De echte grote speel sterren traden pas later inde negentiende eeuw voor het voetlicht. Enkelen van hen zijn het waard in het kort te worden gememoreerd.